|
|
Door een kronkel van de geschiedenis, een enorme terugslag waarvan de
kracht niet mag worden onderschat, geeft het elektronische geld tegelijkertijd
opnieuw aanleiding tot een berekening die misschien de basis vormt van de
economie, primitiever dan de circulatie van de door de Staat geslagen munten.
In tegenspraak met elk schematisch evolutionisme is het digitale geld niet
alleen het eindpunt van een lange tendens, maar voert het terug naar een
begin dat ouder is dan de invoering van het in omloop zijnde geld, ouder
zelfs dan het gemeten (niet circulerende) equivalent van de Egyptenaren.
De elektronische berekening van het atoomtijdperk sluit qua principe aan
bij de stamgebonden mnemotechniek, de registratie (aan de hand van kiezelsteentjes
of inkervingen) van een persoonlijke schuld, die ouder is dan het eigenlijke
geld. De optekening van een schuld is niet het overblijfsel van een betaalmiddel
dat zijn substantie kwijt is geraakt, noch het residu van een klinkende
munt die is vervangen door een eenvoudig teken dat op zijn beurt
|
niet-inwisselbaar is geworden. De optekening van een schuld of een vordering
(inkervingen op hout of onzichtbare bits in een elektronische portemonnee) is een teken
van bij het begin, dat een schuld of een tegoed in herinnering houdt.
Het digitale geld dwingt ons dus tot een andere kijk op geld. Vanuit zijn status als zuivere informatie moeten we het zien als enerzijds het historisch resultaat van een eeuwenlange dematerialisatie, en anderzijds deel uitmakend van een nieuwe horizon, waarin de boekhouding voorrang krijgt op de reserve en de essentie van geld berust op de berekening en niet op het beschikbare volume. De berekening is slechts de maateenheid voor de schuld of het tegoed tussen twee partners. De noties overblijfsel, registratie, transmissie en geheugen (zowel in psychologische als in technische zin) geven vorm aan een nieuw economisch gedachtegoed, waarin de virtualiteit niet langer tegengesteld is aan de realiteit maar er de grondslag zelf van legt.
|
one back |
|
|